Kennel
|
||
(logo © Thea van Niekerk)Inhoud: |
Ik fok alleen met honden die getest en goedbevonden zijn op: HD, ED, rug, schouders, ogen. Helaas bleken een aantal van mijn volwassen teefjes niet op alle punten goed genoeg voor de fokkerij. Mijn honden zijn meer zijn dan fokdieren, ze zijn mijn maatjes. Ze gaan daarom ook niet weg en we hebben veel plezier samen. Ik heb ondertussen een teef, die wel op alle testen goed scoort, Ellis. Toen zij oud genoeg was, heeft zij een nest gekregen. Dat was in de winter van 2020/2021. Als deze puppen een jaar of 3 zijn en ik wat meer zicht heb hoe ze zich ontwikkeld hebben, zal ik eventueel een tweede nest met Ellis fokken.
De start van de kennel
Hoewel ik al sinds 1988 Groenendaelers heb, is het idee om een kennel te beginnen pas ontstaan na de komst van Sicco.
Met hem verliepen de trainingen, examens en wedstrijden heel voorspoedig en hij won vele prijzen in diverse hondensporten. Als je een voor je gevoel
top-sporthond in handen hebt, bedenk je wel eens dat zo'n hond eigenlijk zijn goede genen aan het nageslacht zou moeten doorgeven. Daarnaast kwam er een probleem
boven, toen mijn ex en ik beide op hoog niveau in de hondensport liepen met dezelfde honden. Je moet je activiteiten dan goed op elkaar
afstemmen. Als de één een wedstrijd had, kon de ander niet trainen. Het is dan ook logisch dat je wel eens over
uitbreiding van het aantal honden denkt. Dan komt ook het idee van een nestje fokken wel eens boven, maar als je allebei
werkt, zet je dat soort plannen snel in de ijskast. In de zomer van 2003 bedachten we echter dat het best moest kunnen, als je
je vakantie ervoor gebruikt en dat goed met elkaar afstemt. De ideeën werden wat serieuzer. Toen een vriend van ons een
nestje Border Collies ging fokken, leefden we helemaal mee. Dat gaf me het laatste duwtje in de goede richting. Ik vroeg
een kennelnaam aan.
Op 9 februari 2004 heb ik van de Raad van Beheer officieel bericht gehad dat ik mijn kennelnaam mag voeren
(ingeschreven in het Register van kennelnamen onder nr. 263326). Daarmee was de start van de kennel een feit!
Na een aantal nare ervaringen met de gezondheid van de Belgische herder en wat beperkingen in de sport door te zwakke karakters, ben ik voor een nieuwe fokteef op zoek gegaan naar een lijn die én een stevig karakter heeft én gezonde lijnen. Na veel zoekwerk was mijn conclusie dat dit in de showlijnen niet meer te vinden is. Daarom heb ik uiteindelijk een teef uit werklijnen aangeschaft. Qua uiterlijk een stap achteruit, maar qua karakter duidelijk een stap vooruit. Helaas bleek zij een klein, maar erfelijk oogprobleem te hebben, waardoor ik besloten heb niet met haar te fokken. Zij heeft me er echter wel van overtuigd dat de werklijnen qua karakter en werkeigenschappen de betere Groenendaelers zijn, zodat ik me op de werklijnen zal blijven richten. En eerlijk gezegd, maar dat is persoonlijke smaak: ik vind ze qua uiterlijk mooier dan de showlijnen!
Uitgangspunten
Hoe zie ik de Groenendaelers:
- Algemeen: Enerzijds is het een onvermoeibare werker, maar anderzijds een hond met een uniek en schitterend uiterlijk. Mist een van beide aspecten, dan is het wat mij betreft geen goede Groenendaeler. Qua uiterlijk gaat het mij dan vooral om die typische fiere uitstraling met een zekere elegantie. Het hoeft geen showkampioen te zijn, als hij/zij 'het' maar heeft.
- Uiterlijk: De Groenendaeler is een hond met een fiere, zelfverzekerde uitstraling. Het is een elegante hond, waarbij de reuen best een zekere robuuste stoerheid mogen hebben, zolang dit maar niet de overhand krijgt. Naast elegantie zie ik ook graag atletische kracht en souplesse. De Groenendaeler moet een qua bouw gezonde hond zijn, die de activiteiten die met hem ondernomen worden fysiek goed aan kan. Daarom zie ik graag een hond met goede hoekingen en een niet te stijle schouder. Hoewel een typische Groenendaeler vierkant gebouwd is, vind ik het niet erg als de rug een tikkeltje (maar niet teveel) lang is. Qua uiterlijk schoon zie ik graag een hoog gedragen kop, met een matige snuitlengte en een duidelijke stop. De huidige showkampioenen vind ik persoonlijk op dat laatste punt wat doorgeslagen: te lange snuiten en geen stop. De vacht van de Groenendaeler moet lang zijn, met een goede ondervacht, maar zonder overdrijving en liefst niet meer dan functioneel is. Reuen mogen best iets meer kraag hebben dan teven, maar het haar mag de hond niet in de weg zitten en mag de bouw van de hond niet maskeren. De overvloedige 'haarballen' vind ik niet mooi en ongewenst. Tenslotte vind ik een mooie lange, goed bevederde staart een sieraad voor de hond.
- Karakter: De Groenendaeler is een echte gezinshond, die graag bij zijn mensen is. Dat kan alleen als hij een sociaal karakter heeft en niet scherp is. Enige natuurlijke terughoudendheid naar vreemden zit vaak in de Belg, maar dit zie ik liever niet. Ze hoeven vreemden niet leuk te vinden, maar moeten er zeker niet voor terugdeinzen. Helaas wordt angstig gedrag vaak afgedaan als terughoudend, maar er zit een wezenlijk verschil in!
- Gezondheid: Een hond hoort je maatje te worden en er is niets ergers dan hem op jonge leeftijd te moeten laten inslapen wegens ernstige gezondheidsproblemen. Geen enkele fokker kan dit 100% voorkomen, want er is geen enkele lijn schoon van epilepsie en ook maagkanker is helaas al sterk verweven in de lijnen. Door een verstandig fokbeleid moet getracht worden erfelijke gebreken zo goed mogelijk te voorkomen. Daarbij is mijn sterke overtuiging dat dit alleen kan als fokkers open zijn over de problemen bij door hun gefokte honden. Deze ovetuiging is de reden dat ik al deze informatie open op mijn website vermeld.
- Werklust: De Groenendaeler moet een hond zijn met een tomeloze werklust, liefst lekker pittig, maar niet scherp. Hij moet graag met zijn baas willen samenwerken, voldoende doorzettingsvermogen hebben en zich niet laten afleiden. Alleen zo kan hij zijn taak tot een goed einde brengen. Gedrevenheid voor een taak (welke dan ook) is een kwaliteit die ik graag in mijn honden zie.
Ik heb een aantal ideeën over de uitgangspunten voor mijn kennel:
- Hoewel vanuit de rasvereniging alleen de HD-test verplicht is, test ik mijn fokteven ook op ED, rug, schouders en ogen. Mijn streven is een gezonde sport/werk-hond en dat kan alleen met een gezond lijf. Honden waar Mechelaars in de voorouders zitten, test ik ook op Cerebellaire Ataxie (SDCA1 en 2) en CJM.
- In principe is mijn streven om me aan de regels van de rasvereniging te houden. Die regels zijn opgesteld om het ras gezond, sociaal en mooi te houden en dat is wat ik ook wil. Helaas vind ik echter dat de rasverenigingen te weinig doen om de genetische variatie en de werkeigenschappen in stand te houden. Om die redenen kan het dus zijn dat ik afwijk van de richtlijnen van de rasverenigingen. Tot nu toe is dat echter nog niet het geval.
- Mijn fokdoel is om gezonde honden te fokken, met de nodige moed en stabiele en vriendelijke karakters. Daarbij zie ik graag een hond met flink wat actie en werklust. Pit mag er dus best in zitten, graag zelfs, zolang dit maar geen scherpte is. Ik versta onder een werkhond: een hond die minimaal gebruikt kan worden voor Obedience, Agility en speuren, en het liefst ook voor IPO.
- Wat uiterlijk betreft: de Groenendaeler is een mooie hond en dat moet hij blijven. De rasstandaard moet daarom zoveel mogelijk nagestreefd worden. Het mooiste zou zijn als minimaal een ZG in een show gehaald zou kunnen worden, maar in ieder gaval mag de hond geen (volgens de rasstandaard) diskwalificerende fouten hebben. Op die manier moet ook een werkhond eraan kunnen voldoen. Een mooi haardkleedje heb je echter niks aan, dus schoonheid mag bij mij niet ten koste van de werklust gaan. Binnen de Groenendaelers zijn weliswaar voldoende honden die een fraai uiterlijk combineren met een goede werklust, maar helaas blijkt het zeer moeilijk om ook qua gezondheid van de lijnen een veilige marge in te bouwen. Uitgaande van een gezonde, goed werkende hond, is het dan niet realistisch om ook nog een mooi uiterlijk te wensen. Dit punt zal de komend jaren in mijn fokprogramma daarom geen voorrang krijgen.
- Fokken zal voor mij nooit een grote bezigheid worden. Af en toe een nestje is wat ik voor ogen heb, niet meer. Ik wil zo'n nestje dan zo goed mogelijk laten opgroeien en de socialisatie zo optimaal mogelijk laten verlopen. De nieuwe eigenaren moeten een gezonde, stevige pup krijgen, die nergens bang van is en kan uitgroeien tot een prima sport-, werk- én huishond.
- Als fokker ben je verantwoordelijk voor wat je op de wereld zet. Nazorg is daarom in mijn ogen een plicht van elke fokker. Nazorg heeft zijn leuke kanten (bijvoorbeeld een nestdag), maar ook zijn minder leuke als een hond bijvoorbeeld een andere baas nodig heeft. Mijn kennel zal zowel de leuke als minder leuke kanten van de nazorg zo goed mogelijk verzorgen.
Een pup van "Of Dazzling Black"
Wat mag u verwachten van een pup van "Of Dazzling Black"?
Gang van zaken:
- Ouderdieren worden door mij met zorg uitgekozen. Karakter en gezondheid is daarbij het belangrijkste, uiterlijk weegt mee, maar komt op het tweede plan. Mijn fokproducten zijn daarom NIET geschikt om mooie resultaten te halen op hondententoonstellingen. Als huishond zijn ze alleen geschikt als er voldoende activiteiten mee ondernomen worden.
- Pups worden in mijn huis geboren en blijven daar grotendeels. Mijn andere honden en de katten worden alleen in de eerste weken geweerd, als de teef nog zeer beschermend naar het nest is. Later mogen ze er gewoon bij. Regelmatig worden de pups blootgesteld aan allerlei geluiden (stofzuiger, TV, CD met knalgeluiden, etc)
- Zodra blijkt dat de moederhond dit accepteert wordt bezoek toegelaten bij de puppies. Gaandeweg worden de pups met zoveel mogelijk verschillende mensen en kinderen in contact gebracht.
- Indien het weer en de ontwikkeling van de pups het toelaten gaan de pups overdag naar buiten in een ren in de tuin. Regelmatig mogen ze ook los in de tuin spelen, zo mogelijk met betrouwbare volwassen honden
- Vanaf 6 à 7 weken worden de pups meermalen in de auto meegenomen naar dorp en stad, waar ze met een of twee tegelijk de gelegenheid krijgen de wereld te verkennen. Ze leren zo ook al om aan de riem te wandelen
- Vanaf 8 weken leeftijd mogen de pups naar hun nieuwe eigenaren. Indien dit niet goed uitkomt (b.v vanwege vakantie) dan kan in overleg een eerder of later tijdstip gekozen worden. Jonger dan 8 weken kan alleen als de pup hieraan toe is. Wettelijk is het verboden puppen vóór 7 weken bij de moeder weg te halen.
Verzorging en gezondheid:
- Vanaf ca. 4 weken leeftijd krijgen de pups bijgevoerd. Deze voeding bestaat uit compleet vers vlees (b.v. Energique). Ik start met vlees, omdat ik denk dat dit een goede darmflora teweeg brengt. Vanaf ca. 5 à 6 weken leeftijd krijgen de pups ook brokjes.
- Op 2, 4, 6 en 8 weken worden de pups ontwormd met een door de dierenarts geadviseerd wormmiddel; de moeder wordt tegelijk ontwormd.
- Op ca. 5,5 week leeftijd worden de pups gechipt door de medewerker van de Raad van Beheer. Er wordt tevens DNA afgenomen om de afstamming te controleren.
- Op 6 à 7 weken leeftijd worden de pups getiterd. Indien de titers te laag zijn, worden ze geënt.
Wat krijgen de pups minimaal mee:
- Stamboom: de puppen worden gechipt door de Raad van Beheer en hebben een officieel door de FCI erkende stamboom. Deze is nog niet altijd aanwezig als de pup wordt opgehaald. Indien hij er nog niet is, wordt hij nagestuurd. Bij de stamboom hoort een eigendomsbewijs van de hond. Sinds 1-12-2020 is dit een digitaal overschrijving. Echter dit kan pas als de uitslag van de DNA-afstammingscontrole er is. Als dit niet zo is, krijgt de koper het door mij ondertekende registratiebewijs mee (waar mijn naam no gop staat) en zal de overschrijving gebeuren zodra de DNA-uitslag er is.
- Koopcontract: ik maak gebruik van een koopcontract volgens voorbeeld van de NVBH, dat voldoet aan alle wettelijke eisen.
- Europees dierenpaspoort: hierin staan niet alleen de entingen vermeld, maar achterin noteer ik ook de ontworming die de pups tot dan toe gehad hebben en eventuele andere bijzonderheden
- Algemene informatie: een boekje met algemene informatie over het opvoeden van een Groenendaelerpup; alle vragen die hierbij boven kunnen komen worden beantwoord.
- Informatie over de nestperiode: een verslag met foto's vanaf geboorte tot ca. 8 weken leeftijd
- Informatie ouders: foto's, kopieeen diverse gezondheids- en werk-certificaten
- Voer: voeding voor de eerste week
- Handdoekje: een handdoekje met nestgeur
- Halsbandje: bij mijn eerste nestje bleek dat bijna geen enkele nieuwe eigenaar de juiste maat halsband had. Ze waren allemaal te ruim, waardoor het gevaar bestond dat de pup zich los kon trekken en onder een auto kon belanden. Daarom geef ik voortaan een passend halsbandje mee.
Nazorg:
- Nieuwe eigenaren kunnen altijd bij mij terecht met vragen of problemen. Ik heb veel contacten in het hondenwereldje, dus als ik zelf niet in staat ben om de vraag te beantwoorden of het probleem te verhelpen, dan kan ik wel helpen om de juiste persoon te vinden die de oplossing wel kan aandragen.
- Berichtjes over hoe het gaat met de pup stel ik zeer op prijs. Niet alleen de goede berichten, maar ook de slechte wil ik graag horen. Alleen zo kan ik mijn fokbeleid goed voeren.
- Elke pup krijgt een eigen pagina op mijn website. Hiervoor ontvang ik graag af en toe een leuke foto of een berichtje over eventuele behaalde resultaten.
- Indien onverhoopt de hond herplaatst moet worden, wil ik hier van in kennis gesteld worden. Zo nodig help ik bij het vinden van een nieuwe eigenaar en in het uiterste geval kan de hond ook naar mij terug.
Betekenis kennelnaam "Of Dazzling Black"
Er wordt mij vaak gevraagd wat de betekenis is van mijn kennelnaam. Het gaat dan met name om het woord "dazzling", want het woord "black" in de kennelnaam behoeft natuurlijk geen uitleg.
Als je er een woordenboek bij neemt, wordt het al een stuk duidelijker.
dazzling = beeldig; betoverend; heerlijk; verrukkelijk; oogverblindend; schitterend; verbijsterend; verblindend.
De reden dat dit in de kennelnaam staat heeft wat te maken met de wijze waarop ik ooit kennismaakte met de Groenendaeler.
Toen ik als tiener een keer uit de flat van mijn ouders naar buiten kwam, stond daar op de parkeerplaats een hond. En niet zomaar
een hond. Met zijn prachtige fiere houding, zijn schitterende vacht en zijn uitstraling vol zelfvertrouwen maakte hij diepe
indruk op me. Het was duidelijk dat het om een rashond ging, maar de hondenencyclopedie moest eraan te pas komen om te
ontdekken dat ik zojuist mijn eerste kennismaking met een Groenendaeler had gehad. De indruk die dit op me maakte kan
goed omschreven worden met het woord "dazzling". Zo'n 15 jaar later (!) resulteerde dit in de aanschaf van mijn eerste
hond ... natuurlijk een Groenendaeler.
Hoe leven mijn honden?
Er wordt mij vaak gevraagd of ik al mijn honden gewoon in huis heb. Ja, ze leven gewoon in huis. Ik heb in eerste instantie honden omdat ik ze leuk vind en ze graag om me heen heb.
En dus zijn ze eigenlijk altijd in huis. Als ik thuis werk, liggen ze met z'n allen in mijn werkkamer en als ik in de huiskamer ben, dan zijn ze allemaal daar.
Dat is typisch voor een Belg: ze volgen je door het hele huis. Via deze link zijn wat huiselijke taferelen te zien.
Als ik niet thuis ben en ze kunnen niet mee, dan sluit ik de jonge garde in een bench, zodat ze geen sloopgedrag ontwikkelen.
De oudere honden kunnen gewoon los in huis.
Op een gewone dag ga ik 4x met de meute op pad: 's morgens vroeg, tussen de middag, tegen de avond en 's avonds voor het slapen gaan. In totaal zo'n 1,5 tot 2 uur per dag.
Omdat Groenendaelers energieke honden zijn en veel beweging nodig hebben, ga ik altijd naar plaatsen waar ze los kunnen lopen. Ik laat ze dan allemaal tegelijk lekker hun gekte eruit rennen.
In huis zijn ze daardoor altijd heel rustig.
Ik geef mijn honden tweemaal daags te eten: na de eerst en na de laatste wandeling. Deze tijden passen mij het beste en zijn ook handig gezien de trainingen die ik 's avonds met ze heb.
Sinds Ellis en Pella elkaar niet meer mogen en felle strijd leveren zodra ze bij elkaar kunnen komen, moet ik die gescheiden houden. Voor Ellis heb ik mijn bijkeuken omgetoverd tot kennel. Zie hier de 'making of'. Ze vindt dat niet erg, ze kan alles in huis gewoon volgen en het is echt haar plekje waar ze tot rust kan komen. De uitlaatrondes doe ik nu dus allemaal dubbel, eenmaal met Ellis en eenmaal met de rest.
Laatst gewijzigd op: